Een correcte vochtigheid draagt bij aan een beter eindproduct met minder verspilling en uitval in veel productieprocessen in de voedingsmiddelen industrie. Wat correct is varieert per toepassing.
Bijvoorbeeld: bij het bakken van brood start je met een hoge luchtvochtigheid tijdens de fermentatie van het deeg, dit stimuleert het activeringsproces van het gistdeeg en voorkomt huidvorming. Tijdens het bakken beïnvloedt de luchtvochtigheid van de oven de consistentie van het bakken en voorkomt dat er te snel een korst ontstaat die openbarst. Door de laatste paar minuten van het bakken de luchtvochtigheid kort te verhogen, wordt het brood lekker knapperig en krijgt het haar glanzende oppervlak. Bij de productie van koekjes, zoals wafels, zorgt een juiste luchtvochtigheid (>75%rH) ervoor dat de wafels goed rijzen zonder dat ze uitdrogen.
Ook voor het personeel is het aangenamer werken, omdat bij de juiste bevochtiging van de productieruimte, waar alle grondstoffen in de mengbak gedaan worden, de meelstof neerslaat en niet in de lucht komt. Hierdoor blijft het niet in de lucht rondzweven en hebben de bakkers minder last van geïrriteerde luchtwegen en ogen of bakkersallergie. Ook (elektrische) apparatuur beschadigt minder snel.
Andere toepassingen zijn: champignonnenkweek, kaasrijping en -productie, vleesverwerking, worstproductie en visverwerking.